Hondengedrag verklaren naar aanleiding van het dominantieprincipe is passé
Uit wetenschappelijk onderzoek van Hannah Johnson van de University of Bristol.

In tegenstelling tot algemeen bekende veronderstelling en populair geloof onder hondenbezitters, heeft de Universiteit van Bristol, afdeling klinische diergeneeskunde, in het Journal of Veterinary Behavior, aangetoond dat er een andere verklaring is voor agressief gedrag van honden dan gebaseerd op het ‘dominantie’ principe.

Zij stellen dat agressief gedrag bij honden NIET voortkomt uit het pogen dominant te zijn over de mensen en de andere honden in huis. In hun redenering en onderzoek streven agressieve honden niet om leider te worden in een roedel. De onderzoekers onder leiding van Hanna Johnson hebben zes maanden doorgebracht in een Dierenopvang en herplaatsinghuis, waar met name honden die zogenaamd agressief waren en niet langer thuis gehouden konden worden, werden opgevangen. Zij hebben vele data verzameld en deze opnieuw en grondig geanalyseerd. Vooral hebben de onderzoekers gekeken naar de interacties en relaties tussen individuele honden gekeken. Zo kwamen zij tot een eerste conclusie dat honden relaties leren aangaan met andere honden op basis van ‘ervaring’. Zij leren dus, net als mensen, om aan de hand van bepaald gedrag en de reactie daarop, voor zichzelf uit te maken wat gewenst en ongewenst gedrag is. Ten tweede concludeerden de onderzoekers dat de motivatie om relaties aan te gaan met andere honden, hoogstzelden gemotiveerd wordt door de drijfveer om de ‘baas te worden’ of de ‘dominantie te handhaven’. In hun publicatie van het onderzoek ‘Dominance in domestic dogs usefull construct or bad habit?’ wordt gesteld dat honden hun gedrag niet uitspelen of motiveren om de plaats in de roedel of de pikorde te handhaven. Het op deze manier kijken naar hondengedrag is zo algemeen geaccepteerd en zo ingesleten in het dagelijks spraakgebruik, dat bijna alle hondentrainers op deze manier er naar kijken en zo op de puppy’s en volwassen honden van hun cursisten benaderen. De onderzoekers verwerpen deze manier van denken. Sterker nog, de onderzoekers adviseren trainers om deze manier van denken helemaal los te laten. Zij stellen dat de insteek om dominantie gedrag terug te brengen, te onderdrukken of te reduceren, in het beste geval geen effect heeft, en het slechtste geval het ongewenste gedrag van de hond alleen maar erger maakt. Als voorbeeld noemen zij handelingen die volgens de verouderde dominantietheorie gedaan zouden moeten worden om dominantie bij de hond te onderdrukken:

• Eerst zelf eten en dan de hond voeren
• Altijd als eerste door de deur gaan
• Zich groot maken ten opzichte van de hond
• etc.

Wat het dier geleerd wordt is volgens de onderzoekers dat hij weet wat er in deze situatie van hem/haar verwacht wordt, maar het heeft geen enkel effect op agressief gedrag. Honden zijn gewoontedieren en zullen dit dus als een gewoonte gaan zien, voor zowel de eigenaar als de hond zelf. Andere nog veel zwaardere technieken die nu ingezet worden om agressief of dominant gedrag te onderdrukken zijn bijvoorbeeld:

• de hond op de grond drukken
• de hond op zijn buik rollen
• de hond bij de keel grijpen
• harde geluiden inzetten
• het gebruik dwangmiddelen zoals: slipkettingen, stroombanden e.d.
• etc.

Deze technieken hebben veelal het omgekeerde en dus ongewenste effect dat de hond bang wordt voor zijn eigenaar en meestal juist nog agressiever wordt naar de eigenaar, omdat hij het gedrag vanuit zijn eigen hondentaal totaal niet begrijpt. De relatie tussen de eigenaar en de hond zal dus alleen maar verslechteren. En meestal zal dit leiden tot een escalatie van de agressie. Maar bovendien gaat de algemene veronderstelling van dominantie streven uit van een grove onderschatting van de ingewikkelde en complexe leermogelijkheden die honden kenmerken. En wordt ook voorbij gegaan aan de bij mensen vaak onbekende subtiele signalen die honden in non-verbale communicatie naar elkaar uitzenden en die zij onderling begrijpen. Mensen zijn vaker het probleem vanwege hun gebrek aan begrip van de non-verbale hondentaal. Honden leren volgens mevrouw dr. Rachel Casey uit ervaringen en zijn zeer goed in communicatie. Mensen onderschatten dit hopeloos.

De huidige gedachtegang dat alle gedrag van honden terug te brengen is op dominantiegestuurde motivatie is dus onzin, maar bovendien helpt het inzetten van technieken om zogenaamd dominant gedrag te temperen op basis van dit uitgangspunt niet. Het brengt agressief gedrag voort, of vergroot zelfs het agressief gedrag. Dr. Casey zegt dat we dus anders naar hondengedrag moeten gaan kijken, want het welzijn van honden komt via deze behandelmethode onder druk te staan. In het onderzoek in het herplaatsinghuis, zo stelt dr. Rachel Casey, kwamen we tot de conclusie dat agressieve honden gedrag gingen vertonen dat wij noemen ‘anticiperen op de bestraffing of de straf’. De hond had dus een gedrag ontwikkeld dat gerelateerd is aan de straf die zij ondergingen, en die geen relatie (meer) had met het agressieve gedrag dat de hond vooraf vertoonde. Honden hadden dus wel de straf onthouden, maar wisten niet meer wat de aanleiding voor de straf was.

Heel regelmatig zagen de onderzoekers ook dat honden al anticipeerde op straf op het moment dat de eigenaar binnen kwam. Zij verklaarden dit gedrag van de hond als angst voor de eigenaar. Omdat de eigenaar steeds degene is (geweest) die de hond ten onrechte bestrafte voor iets wat de hond niet deed, namelijk dominant willen zijn, ontwikkelde de hond een angst voor de baas. Hierdoor probeerde de hond de baas te ontwijken.

Wanneer de onderzoekers dit tegen de eigenaren vertelde, schrokken die zich dood.

Zij wilde juist contact maken met de hond.

Het verkeerde gedrag van de eigenaren werd ze veelal aangeleerd door hondentrainers. Eigenaren wilden zelf graag de relatie met hun hond herstellen. Mevrouw Casey maakt ook ernstig bezwaar tegen de zogenaamde TV hondenfluitsteraars, omdat deze vaak in het patroon en model van dominantie streven denken.

In Engeland worden de medewerkers van asiels en herplaatsinghuizen meer dan eens geconfronteerd met de gevolgen van verwarde hondenbezitters die hun uiterste best gedaan hebben in de praktijk te brengen wat hen (verkeerd) geleerd werd. Directeur Chris Laurence van de dierenbescherming in Engeland zegt bij binnenkomst al aan een hond te kunnen zien dat hij opgevoed is binnen het model van dominantie streven. Deze honden staan vaak stijf van de angst voor mensen en vertonen daardoor agressief gedrag (angst agressie).

Chris Laurence draait het hele model zelfs om en zegt: ‘Helaas, vele technieken die gebruikt worden om honden te trainen in het accepteren van de baas als roedelleider is contraproductief. De eigenaar krijgt er geen beter opgevoede hond van, maar het tegendeel ontstaat. De eigenaar eindigt met een hond die zo bang is en zo verschrikt, dat alle natuurlijke hondengedragingen onderdrukt zijn of worden, en de hond is zo verstijft van angst dat hij zich niet meer normaal kan gedragen. Of een hond die juist zo in de war is, dat hij alleen nog maar agressief gedrag kan vertonen.’

Toelichting
Honden zijn zeer sociale dieren die afhankelijk zijn van goede relaties met degene waarmee ze leven en wonen. Zij willen dus ook een goede relatie met hun baas opbouwen, want daarvan zijn ze ook afhankelijk voor voedsel e.d. Honden zijn goede ervaringsleerders, intelligent en slim. Honden communiceren via subtiele signalen die tot uitdrukking komen in lichaamstaal en geluid. Binnen de wereld van de hondentrainingen zullen er dus alternatieve modellen ontwikkeld moeten worden op basis waarvan we mensen gaan leren hoe met honden te communiceren. En bovendien zullen we anders moeten gaan kijken naar agressief gedrag. De motivatie voor gedrag die nu vooral aan honden worden toegedicht is veel te beperkt. Hondengedrag wordt gemotiveerd door biologische functies als eten, drinken, poepen en plassen. Maar hondengedrag wordt vooral gemotiveerd door het aangaan van en het behouden van goede sociale relaties met andere honden en met mensen. Zij zijn niet voor niets gedomesticeerd. Mensen zullen dus op een andere manier, dat wil zeggen, veel genuanceerder en met meer begrip voor de complexe gedragingen van honden naar elkaar en naar mensen, moeten gaan kijken. Er moet een nieuw trainingsmodel ontwikkeld worden dat rekening houdt met zulk gecompliceerd en ingewikkelde sociaal hondengedrag.

Tekst: Martin Reuvekamp
Beheerder: Honden Kennis Centrum
Dit artikel delen wordt erg op prijs gesteld